Deel deze pagina
Enkelzijdige broodpenning Broederschap van de Zoete name Jezus.
Lichte dubbelslag.
Materiaal: Koper.
Bewerking: Geslagen.
Massa: Onbekend.
Afmetingen: 20 mm. x 20 mm.
Aanmaakplaats: Leeuwarden.
Datering: z.j. Ca. 16de eeuw
Voorzijde: Gelegen op een vierkant plaatje met afgeschuinde hoeken .
Binnen een kabel/touw cirkel.
Het wapenschild van Leeuwarden.
Ter weerszijden van het wapen de letters.
S / L
Sigillum Leovardiæ
Boven het wapen de letters
Ω
IHS
Iesus Hominum Salvator
Keerzijde: De gespiegelde doorslag van de voorzijde.
Lit.: Minard-Van Hoorebeke, Gent 1878 Description de méreaux et jetons de présence, etc. Gildes et corps de métiers églises, etc. Leeuwarden, Broederschap van den Naam Jesus. pag.169 nr.310.
Dirks, 118.
(Gilde) Penning Chirurgijn Claas Coppens 1684
Gildepenning of ligimitatiepenning Chirurgijns.
Op naam van Claas Coppens.
De juiste functie van deze
penning is niet gekend.
Materiaal: Messing.
Bewerking: Gegraveerd.
Massa: 19,90 gram.
Diameter: Ø 44 mm.
Aanmaakplaats: Leeuwarden.
Datering: 1684
Voorzijde: Binnen een gesloten bladerkrans.
Onderaan en bovenaan dichtgemaakt.
Centraal in het veld.
Een vijzel met stamper.
Keerzijde: Binnen een gesloten bladerkrans.
Onderaan en bovenaan dichtgemaakt.
Een doodshoofd gelegen op twee gekruiste beenderen.
Onder het doodshoofd, in drie regels:
Claas Coppens
Chirurgijn
A° I684
Lit.: Rijksmuseum Amsterdam, NG-VG-7-699-E.
Openarchieven, Trouwrigister Gerecht Sloten.
Jan Claas Coppens chirurgijn huwde op 12 december
1634 te Sloten met Sara Andriesdr.
_______________________________________________
Bodemvondst, Gosse van der Veen.
Eigendomslood op naam van Johannes Streewel.
Materiaal: Lood/tin legering.
Afmetingen:
50 mm. x 57 mm.
Massa: Onbekend.
Aanmaakplaats: Leeuwarden.
Datering: z.j. Ca. 1725-1775
Voorzijde: Gelegen op een ui-vormig plaatje.
In vier regels:
IOHANNES
STREEWEL
TOT
LEEUWARDEN
Ter weerszijden van de letters TOT
Een naar buiten gekeerde en liggende "Fleur de lys".
Onderaan drie doorboringen, voor bevestiging/opnaaiïng.
Keerzijde: Gelegen op een ui-vormig plaatje.
Een asymmetrisch schelpmotief/Rocaille.
Vergezeld van C-voluten.
Het geheel omsloten met een parelrand-versiering.
Literatuur/bronnen:
Er zijn namelijk twee personen die de naam dragen van Johannes Streewel, en rond dezelfde periode hebben geleefd.
Een (Johannes Strewel) die op 12 mei 1776 in de Westerkerk is gehuwd met Anna Catherina Niebergal. (Archief Leeuwarden, archief 28, inventarisnr. 0913, 26 april 1776, Trouwregister Gerecht Leeuwarden, aktenummer 1660)
En Johannes Streewel overleed op 19 januari 1778 en werd begraven op het Oldehoofsterkerkhof. (Archief Leeuwarden, archief 28, Registratienr.921, Aktenr.3072, Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmaatboeken (DTBL) Tresoar, Deel: 921.
En worden ook vermeld in de literatuur van Joh. Seydel (Januari 1784) Aan de edelachtbare magistraat en vroedschap der stad Leeuwarden pag.5.
En voor de politieke kruyer, volume 6 in verband met de Schutterij van Leeuwarden pag.205
De veronderstelling gaat uit dat het loodje voor de persoon Johannes Streewel is die is gehuwd met Anna Niebergal. En overleed op 5 januari 1797.
De typische Rococo stijl van het loodje, met de speelse en slingerende ornamenten.
Was vooral geliefd bij adelijke personen en de rijke burgerij.
Alsook de versiering met de "Fleur de lys" verwijst min of meer naar de rijkere burgerij.
Momenteel, zijn reeds drie identiek gegoten exemplaren gekend met de naam van Johannes Streewel.
Bodemvondst, Wilfred de Haan.
Eigendomslood op naam van Johannes Streewel.
Materiaal: Lood/tin legering.
Afmetingen:
Onbekend.
Massa: Onbekend.
Aanmaakplaats: Leeuwarden.
Datering: z.j. Ca. 1725-1775
Voorzijde: Gelegen op een ui-vormig plaatje.
In vier regels:
IOHANNES
STREEWEL
TOT
LEEUWARDEN
Ter weerszijden van de letters TOT
Een naar buiten gekeerde en liggende "Fleur de lys".
Onderaan drie doorboringen, voor bevestiging/opnaaiïng.
Keerzijde: Gelegen op een ui-vormig plaatje.
Een asymmetrisch schelpmotief/Rocaille.
Vergezeld van C-voluten.
Het geheel omsloten met een parelrand-versiering.
Literatuur/bronnen:
Er zijn namelijk twee personen die de naam dragen van Johannes Streewel, en rond dezelfde periode hebben geleefd.
Een (Johannes Strewel) die op 12 mei 1776 in de Westerkerk is gehuwd met Anna Catherina Niebergal. (Archief Leeuwarden, archief 28, inventarisnr. 0913, 26 april 1776, Trouwregister Gerecht Leeuwarden, aktenummer 1660)
En Johannes Streewel overleed op 19 januari 1778 en werd begraven op het Oldehoofsterkerkhof. (Archief Leeuwarden, archief 28, Registratienr.921, Aktenr.3072, Collectie Doop-, Trouw-, Begraaf- en Lidmaatboeken (DTBL) Tresoar, Deel: 921.
En worden ook vermeld in de literatuur van Joh. Seydel (Januari 1784) Aan de edelachtbare magistraat en vroedschap der stad Leeuwarden pag.5.
En voor de politieke kruyer, volume 6 in verband met de Schutterij van Leeuwarden pag.205
De veronderstelling gaat uit dat het loodje voor de persoon Johannes Streewel is die is gehuwd met Anna Niebergal. En overleed op 5 januari 1797.
De typische Rococo stijl van het loodje, met de speelse en slingerende ornamenten.
Was vooral geliefd bij adelijke personen en de rijke burgerij.
Alsook de versiering met de "Fleur de lys" verwijst min of meer naar de rijkere burgerij.
Momenteel, zijn reeds drie identiek gegoten exemplaren gekend met de naam van Johannes Streewel.
Bodemvondst, Joey Wolf.
Méreaux/penning Hoeksterkerk of Catharinakerk van Hoek.
Materiaal: Lood/tin legering.
Massa: 2,23 gram.
Diameter: Ø 13 mm.
Aanmaakplaats: Leeuwarden.
Datering: z.j. Ca. Eind 15e eeuw begin 16e eeuw
Voorzijde: Gelegen op een glad veld.
Huismerkteken van de Hoeksterkerk.
Een gedeelde ruit, getopt met een kruis.
Onderste kwartier de letter
H
Hoeksterkerk.
Bovenste kwartier een klein gevoet kruis.
✠
Keerzijde: Gelegen op een glad veld.
De letter
C
Catharinakerk van Hoek.
Lit.: Reliwiki, Leeuwarden, Voorstreek 106 - Hoeksterkerk.
Rijksmonument 24438
De Hoeksterkerk of Catharinakerk van Hoek was in de middeleeuwen één van de drie parochiekerken van Leeuwarden. De ander twee waren de kerken van Oldehove en Nijehove. Bij de reformatie in 1580 raakte de kerk haar kerkelijke functie kwijt. Het gebouw heeft daarna een groot aantal verschillende functies gehad, zoals provinciaal wapendepot, werkhuis voor de armen, zijdeweverij, bedelaarsgesticht en stadsziekenhuis. Na een verbouwing in 1834 heeft het gebouw zijn kerkse karakter verloren en oogt het als een gewoon herenhuis. Bij een brand in 1985 van het naastgelegen pand kwamen sporen van de oude middeleeuwse ramen tijdelijk weer tevoorschijn en werd duidelijk dat dit pand restanten van de oude kerk bevat.
Bodemvondst, Boazum (Friesland).
Uit de collectie Marco van der Harst.
Penning Lutherse gemeente Leeuwarden (?).
De juiste functie/datering/aanmaakplaats van deze penning is niet gekend.
Materiaal: Messing.
Massa: Onbekend.
Diameter: Ø 28 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Leeuwarden (?).
Datering: z.j. Ca. eind 17e eeuw, begin 18e eeuw.
Voorzijde: Binnen een dubbele parelkrans,
een arabesk versiering.
Centraal op het veld tussen horizontale parellijnen.
In vij regels.
✶ ECCE ✶
ANGVS.D
EI. QVI . TO
LLIT: PEC
CATAM
Ecclesia, Angus dei qui tollit peccatam.
Kerk, Het Lam Gods dat de zonde wegneemt.
Bodemvondst, Joep van Wijk.
Tolpenning, "Tol Huys" Zwarte weg Leeuwarderadeel.
Materiaal: Lood/tin legering.
Massa: 7 gram.
Diameter: Ø 27 mm.
Aanmaakplaats: Leeuwarden.
Datering: 1659
Voorzijde: Binnen een gladde cirkelrand/boord.
Het gekroond wapenschild van Leeuwarderadeel.
Het wapen gehouden door twee staande leeuwen.
Keerzijde: Binnen een gladde cirkelrand/boord.
In drie regels tekst:
WAERVP
TOL
I659
Waarop tolheffing 1659
Lit.: Historisch Centrum Leeuwarden 't Kleine Krantsje. Stond er wel een tolhuis op de plaats van oud cafe ? 28 juni 1986 pag.6.
In 1531-1533 werd de weg tussen Leeuwarden en Groningen verbeterd op kosten van de stad Leeuwarden, als tegenprestatie verkreeg deze het recht van tolheffing.
Op een kaart van de grietenij Leeuwarderadeel van cartograaf Bernardus Schotanus à Sterringa van 1685 is een "Tol Huys"terug te vinden tegenover het Kalverdijkje en tussen de weg en de Bonke in. De tol, die destijds moet worden betaald, bedroeg voor een paard, een veulen, een stier en een os één stuiver, terwijl er voor een varken en een schaap, één botsen ofwel een halve stuiver in rekening werd gebracht. Grotere wagens betaalden ook één stuiver en kleine hout- en turfwagens een halve stuiver wanneer ze uit de Trynwâlden afkomstig waren. Voor wagens uit de andere steden van de provincie werd ook één stuiver gevraagd. De stadhouder , zijn familieleden en zijn dienstvolk waren vrijgesteld van tolbetaling.