Deel deze pagina
Uit de collectie van, Paul Callewaert.
Touristische penning voor de stad Diksmuide.
Materiaal: Nikkel/messing.
Massa: 11,50 gram.
Diameter: 30 mm.
Datering: 1981
Voorzijde: Binnen een gladde cirkel.
Een lachende maansikkel naar rechts.
Op de maan zit een gemutst ventje/mannetje met klompen.
In de rechterhand een Vlaamse volksalmanak waaruit hij voorleest.
In de linkerhand, een (aanwijs)stokje.
Boven het boek, het wapen van de stad Diksmuide.
(Gedwarsbalkt van acht stukken van goud en van lazuur)
Omschrift:
'T MANNEKE UIT DE MANE I88I-I98I
IOO
MANNEKES
GELDIG VAN 8 TOT 30-6-1981
Keerzijde: Binnen een gladde cirkel.
De IJzertoren, de stadhuis en belforttoren.
Omschrift:
IO JAAR SINKSENFEESTMARKT
DIKSMUIDE
" 't Manneke uit de Mane". Dit standbeeld verwijst naar de volksalmanak die onder deze naam vanaf 1881 werd uitgegeven door "De Swighende Eede" (1880), een geheim genootschap van West-Vlaamse flaminganten onder de bezielende stuwing van Hugo Verriest. Priester Alfons Van Hee was van bij de oprichting tot aan zijn overlijden in 1903 hoofdredacteur van deze almanak.
Verhuld beeldhouwwerk van 1978 n.o.v. beeldhouwer Adhemar Vandroemme (Ieper) op een sokkel met opschrift: "1881 ALFONS VAN HEE EN DE SWIGHENDE EEDE 1881". Voorstelling van een ventje dat in de maansikkel de almanak leest.
Keerzijde: Binnen een gladde boord.
Staande op een bergje, de gemijterde Sint-Hubertus.
In de rechterhand, een sleutel.
In de linkerhand, een kromstaf.
Vergezeld van een hert/rendier.
Op de achtergrond, de St-Hubertuskerk.
Het Steen is al ontstaan in de 11e eeuw uit een motteburcht, een groot houten gebouw met uitkijktoren op een kunstmatige heuvel. Het werd gebouwd om de stad Vilvoorde en het Hertogdom Brabant te beschermen tegen de aanvallen van de Mechelaars, er waren immers weinig of geen natuurlijke hinderpalen. Rond het jaar 1300 verrees er een stenen burcht op zijn plaats. Halverwege de 14e eeuw probeerde de Graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male, Brabant af te nemen van zijn schoonzuster Johanna en Mechelen koos om zich aan te sluiten bij de Vlamingen, tegen de Brabanders. De toenmalige heer van Elewijt, Gijzelbrecht Taye, aarzelde geen moment om zijn kasteel uit te rusten met 28 wapenknechten. In de 16e eeuw lag er bij het kasteel een Spaans garnizoen ten tijde van Alexander Farnese.
Na de lange periode van oorlogen en godsdienstonlusten werd Het Steen een vreedzame verblijfplaats. De Heer van Korbeek, Jan Cools, was eigenaar vanaf 1619. Hij zat echter in diepe schulden en was genoodzaakt om het bouwvallig geworden kasteel in 1631 te verkopen. Peter Paul Rubens kocht het toen voor het aardige bedrag van 93.000 carolusgulden; hij liet het grondig opknappen en woonde er van 1635 tot zijn dood in 1640. Heel wat beroemde schilderijen van hem zijn landschappen uit Elewijt, met als bekendste Herfstlandschap met uitzicht op het Steen. In 1792 werd het kasteel nog omgebouwd tot staatsgevangenis. Het kasteel is sinds juli 2019 in het bezit van Toerisme Vlaanderen.
Sinds 1603 trekt de Sint-Hubertusprocessie door Elewijt. Deze processie bestaat uit een opening met ruiters, landsknechttrommelaars en de jachthoornblazers. Na het vieren van de mis worden dieren gezegend. De processie wordt afgesloten door diverse groepen die het leven van Sint-Hubertus uitbeelden, waarbij een van de groepen Hubertus' dood in 727 uitbeeldt. De afsluiting bestaat uit een sacramentsviering waarbij Sint-Hubertuskoek wordt uitgedeeld.
Uit de collectie van, Paul Callewaert.
Touristische penning voor de gemeente Overijse.
Materiaal: Nikkel/messing.
Massa: 13,18 gram.
Diameter: 35,15 mm.
Datering: 1982
Voorzijde: Binnen twee gladde cirkels.
Het wapenschild van de gemeente Overijse.
Versiert met vruchtdragende wijnstokken/druiventakken.
Boven het wapen :
IN OMLOOP VAN 17.8 TOT 30.9.1982
Omschrift:
ISCA ✥ 832 ✥ 1982 ✥ OVERIJSE
50 ISCANIER
Keerzijde: Binnen twee gladde cirkels.
Sint-Martinus te paard.
In de linkerhand, zijn mantel.
In de rechterhand, een geheven zwaard.
De heilige snijd zijn mantel in twee stukken.
En deeld deze, met een kreupele arme man.
Voor de heilige, een wapen met klimmende leeuw naar links.
Omschift :
SIGILLVM OPPIDI OVERISSCHA
Zegel van de stad Overijse
Vanaf 1422 werd het zegel "Sigillum Oppidi de Overisscha" van de Vrijheid gebruikt: de heilige Sint-Martinus te paard met klein wapenschild en klimmende leeuw.
De drie lelies in het schild verwijzen naar de "Beers" van IJssche en hun verwantschap met de eerste familie van Aarschot. De leeuw in het schildje is ontleend aan het Brabants blazoen en Sint-Martinus is de patroonheilige van de gemeente.
Uit de collectie van, Paul Callewaert.
Touristische penning voor de gemeente Sint-Katelijne-Waver.
Materiaal: Nikkel/messing.
Massa: 11,69 gram.
Diameter: 30 mm.
Datering: 1981
Voorzijde: Binnen een dubbele gladde cirkel.
De verdwenen Sint-Catharinakerk van Sint-Katelijne-Waver.
Omschrift:
50 KADODDERS
* GELDIGHEIDSDATUM 22-2-81
Keerzijde: Binnen een gladde cirkel.
Het oude wapenschild van de gemeente Sint-Katelijne-Waver.
In goud drie palen van keel met het vrij kwarier van hermelijn,
met vijf vlokjes, schuin kruiselings geplaatst.
Het schild gelegen op een penning, munt en postzegel.
Omschrift:
KRING VOOR NUMISMATIEK EN FILATELIE
x SINT - KATHELIJNE - WAVER x
Jan Kadodder (zijn echte naam was vermoedelijk Jan Van den Eynde) was een landbouwer uit St. Katelijne Waver. Op 3 maart 1948 leidt hij met een handvol slechtbewapende boeren een opstand tegen Lorreinse plunderende huurlingen onder leiding van Kolonel Clinchamps. Het slecht bewapend allergaartje was echter geen partij voor de getrainde soldaten. Om aan zijn achtervolgers te ontsnappen verstopte hij zich aan de kanten van Pennepoel-Nekkerspoel (waar de boeren hun mestoverschotten moesten storten) onder een mesthoop. de Mechelse kunstenaar Karel Sterckx maakt een beeldje van Kadodder (waar hij zijn hoofd uit de mesthoop steekt) en dat staat (hoe kan het anders) in de Kadodderstraat.
Uit de collectie van, Paul Callewaert.
Touristische penning voor de stad Sint-Truiden.
Materiaal: Nikkel/messing.
Massa: 7,76 gram.
Diameter: 30,3 mm.
Datering: 1980
Voorzijde: Binnen een gladde cirkel en parelcirkel.
Het stedelijk wapenschild van Sint-Truiden.
Een goudkleurig perroen, op een achtergrond van keel.
Bovenaan het wapenschild een sabelkleurige tweekoppige adelaar.
Getopt met een keizerskroon.
Links van het wapen, een rundskop tussen veldgewassen.
Rechts van het schild, vruchtdragende fruittakken.
Omschrift:
. 655 . SENATVS POPVLVS / QVE TRVDONENSIS . 1980 .
De Senaat en het volk van Sint-Truiden.
50 DENIER
IN OMLOOP TE SINT-TRUIDEN VAN 1.12.80 TOT 31.1.1981
Keerzijde: Binnen een gladde cirkel en dubbele parelcirkel.
Een halve-lijve Sint-Trudo met nimbus.
In de linkerhand een opgeslagen bijbel/boek.
In de rechterhand, een palmtak.
De heilige, ter weerszijden gefankeerd met twee x
Achter de heilige, de St-Tudo abdij.
Ter weerszijden gefankeerd met een kromstaf en drie bolleljes/punten.
Tussen de torens, bloemen op steeltje.
Omschrift:
✠ SIGILLVM ° SANCTI ° TRVDONIS
Zegel van Sint-Trudo
De abdij van Sint-Truiden, ook wel abdij van Sint-Trudo, is een voormalige benedictijnerabdij in de Belgisch-Limburgse stad Sint-Truiden. Gesticht in de 7e eeuw, hoorde de abdij tot de oudste en machtigste abdijen in de Nederlanden en stond ze tevens aan de oorsprong van de stad Sint-Truiden, die rondom de abdij groeide. De abdijkerk, in 1798 gesloopt, was een grote romaanse kerk, gewijd aan de heiligen Remaclus en Quintinus.
Uit de collectie van, Rimidi.
Touristische penning voor de gemeente Villers la Ville.
Materiaal: Nikkel/messing.
Massa: 8,9 gram.
Diameter: 31 mm.
Datering: z.j. Ca. 1980-1985
Voorzijde: Binnen een gladde cirkell.
De ruïnes van de Cisterciënzerabdij van Villers.
Links, een modern uitgevoerd kruis.
Bestaande uit vijf aaneengesloten cirkels in kruisvorm.
In de kwartieren telkens een afgerond driehoek patroon.
Die samen een cirkel verbeelden.
Onder en rechts van het kruis:
abbaye de villers