Deel deze pagina
Uit de collectie, Paul Callewaert.
Noodgeld-penning stad Aken (D).
Met hoekvoermige rand/boord.
Materiaal: IJzer.
Massa: 4,85 gram.
Diameter: 24,1 mm.
Aanmaakplaats: Aken (Duitsland, Rijnland)
Datering: 1920
Voorzijde: Binnen een gladde cirkel.
De adelaarskop uit de Duitse Adelaar, naar links gewend.
Omsloten met de tekst:
STADT ★ AACHEN . 1920 .
Keerzijde: Binnen een gladde boord,
en een rand met naar binnen gekeerde driehoeken.
Een zittende wolvin op een mat/tapijt.
De kop van de wolf naar rechts gekeerd.
Onderaan het jaartal 1920
Lit.: Walter Funck, Die deutschen Notmünzen, pag. 26 nr. 1.8.
De legende achter de beeltenis op de penning.
Toen de kathedraal in de 8e eeuw werd opgebouwd, kwamen de Akenaars zonder geld te zitten. Karel de Grote, had het nodige geld voor de verdere bouwwerken kunnen leveren. Deze bevond zich in een ver afgelegen deel van zijn rijk.
Men sloot een pact aan, met de duivel.
Deze zou hen helpen met de voltooiing van de kathedraal.
Men zou de duivel, de ziel schenken van de eerste persoon die binnengaat in de voltooide kathedraal.
De duivel hoopte op de ziel van paus Leo die de kathedraal als eerste zou betreden, om deze plechtig en officieel te openen voor de gelovigen.
De nacht voor de officieele opening, had de Akenaars een grote wolvin gevangen.
De duivel had zich verstopt achter de grote zware bronzen deur van de DOM.
Gereed om de eerste ziel te vangen.
De Akenaars dreven de wolvin in de kerk.
Als de deur opende, sprong de duivel haastig op en greep naar de ziel.
Toen hij merkte dat het niet om een mensenziel ging.
Voelde hij zich bedrogen, en rende als een razende de kathedraal uit.
En gooide met volle kracht de deur dicht.
Zo stevig, dat de duivel zijn eigen duim vastklemde, en een grote scheur in de de deur ontstond.
Uit de collectie, Louis Inka.
Noodgeld-penning stad Aken (D),
Materiaal: IJzer.
Massa: 3,50 gram.
Diameter:
21,1 mm.
Aanmaakplaats: Aken (Duitsland, Rijnland)
Datering: 1920
Voorzijde: Binnen een gladde boord en streep-lijn cirkel.
Een grote cijfer 1
Doorbroken in twee regels.
ÖCHER / GROSCHE
Akens dialect voor 10 Pfennig.
Ter weerszijden van het cijfer 1
het gesplitst jaartal 19 /20
Keerzijde: Binnen een gladde boord en streep-lijn cirkel.
Een marktkramersvrouw met muts naar links gewend.
In de halsafsnede:
AACHЄN
Lit.: Walter Funck, Die deutschen Notmünzen, pag. 25 nr. 1.5A.
De legende achter de beeltenis op de penning.
Uitgaande van de "kathedraal-achtergrond"waar de duivel in wolfgedaante, de eerste ziel die binnenging in de nieuwe kathedraal van Aken wou opeisen.
En deze volslagen de mist in ging.
De duivel was op zoek naar wraak, en was van zin om de kathedraal te begraven onder zeezand.
Het zand wat de duivel ging halen aan de Noordzee, bracht hij mee naar Aken.
Zelfs een duivel word moe van het dragen van enerme zakken zand.
Dicht bij Aken besloot de duivel een pauze in te lassen.
En zakte af, naar een plaatselijke markt.
En vroeg aan een marktvrouw, hoe ver het nog was naar de stad Aken.
De pietere marktkraamster, zag zijn gehoefde voeten en staart.
En had dadelijk door dat dit wel de duivel in eigen persoon was.
Evensnel, melde de marktvrouw, dat de stad Aken nog enorm ver lag.
Ze wees op haar slecht schoeisel, en een steenhard brood.
Ze zei, dat ze deze nieuw had gekocht op de markt in Aken.
En ze al die tijd had gelopen.
De duivel zijn moed om Aken te begraven viel dadelijk in duigen.
Enorm boos, liet de duivel al zijn zand achter waar hij was en kwam nooit meer terug naar Aken.
Op deze wijze redde de marktvrouw de stad en haar kathedraal.
En zo ontstond de Lousberg ten noorden van Aken.
Een hoop zand achtergelaten door de duivel.
Noodgeld-penning stad Ahlen (D).
Materiaal: IJzer.
Massa: Onbekend.
Diameter: 22,9 mm.
Aanmaakplaats: Ahlen (Duitsland, Westfalen)
Datering: 1919
Voorzijde: Binnen
een gladde boord en parelcirkel.
Het wapenschild van de stad Ahlen.
Een gekroonde paling/aal.
Boven op het wapen, stadstorens met toegangspoort.
. STADT . / . AHLEN .
Uit de collectie, Paul Callewaert.
Noodgeld-penning stad Bonn.
Materiaal: IJzer.
Massa: 3,73 gram.
Diameter: 20,9 mm.
Aanmaakplaats: Bonn (D)
Datering: 1920
Voorzijde: Binnen een gladde cirkel.
Buste van Ludwig van Beethoven, naar links gewend.
Onder de halsafsnede het jaartal 1920
Omschrift:
BEETHOVEN / BONN ★ 1770
Keerzijde: Tussen twee cirkels, het omschrift:
Tussen twee bladertakken STADT BONN / PFENNIG
Centraal, de waardebepaling 10 (Pfennig)
Lit.: Walter Funck, Die Deutschen Notmünzen, 15.1a.
Deze penning, is geslagen als dubbel gebruik.
Als herdenkingsmunt ter gelegenheid van de 150e verjaardag op de geboorte van Ludwig van Beethoven.
Bonn, 16/12/1770 - Wenen 26/03/1827
En als noodmunt voor de stad Bonn ter waarde van 10 Pfennig.
Uit de collectie, Paul Callewaert.
Noodgeld/kriegsgeld stad Coblenz (D).
Materiaal: IJzer, vernikkeld.
Massa: 3 gram.
Diameter:
20,3 mm.
Aanmaakplaats: Coblenz (Duitsland, Rijnland)
Datering: 1918
Voorzijde: Binnen
een gladde cirkel.
Het stadswapen van Coblenz.
Omschrift:
GÜLTIG BIS1 JAHR NACH FRIEDENSSCHLUSS
Geldig tot 1 jaar na de vrede.
Boven het wapen
COBLENZ
Uit de collectie, Paul Callewaert.
Noodgeld/Kriegsgeld-penning stad Dortmund, Westfalen.
Materiaal: Zink.
Massa: 2,76 gram.
Diameter: 23 mm.
Aanmaakplaats: Dortmund.
Datering: 1917
Voorzijde: Binnen een gladde cirkel.
Het ingedeukt wapenschild van de stad Dortmund.
Adelaar, met de kop naar links gewend.
Met opengespreide vleugels.
Omschrift en datering.
STADT DORTMUND 1917
De letters en cijfers raken de cirkel en het wapenschild.
Uit de collectie, Paul Callewaert.
Noodgeld-penning stad Frankfurt am Main.
Geperforeerd met een driehoekje.
Materiaal: Zink.
Massa: 2,28 gram.
Diameter: 20,1 mm.
Aanmaakplaats: Frankfurt am Main.
Datering: 1917
Voorzijde: Binnen een parelcirkel.
Het wapenschild van de stad Frankfurt am Main.
Gekroonde adelaar, met de kop naar links gewend.
Met opengespreide vleugels.
Keerzijde: Binnen een parelcirkel.
Centraal de waardebepaling 10 PFENNIG
Omsloten met een omschrift en jaartal.
STADT FRANKFURT A/ M. 1917
Lit.: Walter Funck, Die Deutschen Notmünzen, pag. 181 nr. 136.1A.
Uit de collectie, Paul Callewaert.
Noodgeld-penning stad Saksen-Coburg-Gotha.
Materiaal: Grijs porselein.
Massa: 12,54 gram.
Diameter: 23 mm.
Aanmaakplaats: Gotha.
Datering: 1920
Voorzijde: Binnen een gladde cirkel.
Op een troon gezeten St-Gotthard, als bisschop van Hildesheim.
In de linkerhand, een bijbel.
In de rechterhand, een kromstaf.
In de afsnede het jaartal tussen een monogram.
19 CP 20
Kriegsgeld, stad Strassburg i.E.
Materiaal: IJzer.(Fe)
Massa: Onbekend.
Diameter: 17,8 mm.
Aanmaakplaats: Strassburg Els.
Datering: 1918
Voorzijde: Binnen een gladde cirkel.
Klein naar links gekantelt wapenschild.
Boven het wapen, een staalhelm.
Omsloten met oud Duits lettertype:
Stadt . Strassburg . Els . 1918
Uit de collectie, Paul Callewaert.
Noodgeld-penning Westfalen.
Materiaal: Brons.
Massa: 18,58 gram.
Diameter: 38,3 mm.
Aanmaakplaats: Westfalen.
Medailleur:
Rudolf Bosselt, Magdeburg.
Datering: 1921
Voorzijde: Binnen een gladde cirkel.
Een steigerend paard naar links.
Onder het paard de waardeaanduiding.
10 Mark.
Omschrift:
Notgeld der Provinz Westfalen -1921-
Uit de collectie, Paul Callewaert.
Noodgeld-penning stad Worms am Rhein.
Materiaal: Zink, verzilverd.
Massa: 2,68 gram.
Diameter: 21,1 mm.
Aanmaakplaats: Worms am Rhein.
Datering: 1918
Voorzijde: Binnen een gladde cirkel.
Het tweedelig ingedeukt wapenschild, van Hessen (met ster)
En van het bisdom Worms (Gotische sleutel).
Ter weerszijden geflankeerd met het gesplitste jaartal 19/18